Notities betreffende de Wet Jambon

1 WETENSWAARDIGHEDEN

De Wet JAMBON heeft de oude wet TOBBACK over Private beveiliging vervangen. Deze wet houdt belangrijke wijzigingen in voor de bewakingsactiviteiten uitgevoerd door Private bewaking. Er werden ook enkele ‘bewakingsactiviteiten’ toegevoegd.
Wij geven een samenvatting belangrijkste wijzigingen in het kader van toepassing van de ISPS Code in Havenbedrijven.

2 NOTIES OVER DE WET JAMBON VAN 02 OKTOBER 2017 INZAKE DE PRIVATE BEVEILIGING

2.1 DE WET REGLEMENTEERT

  • (Externe) Bewakingsonderneming
  • Interne bewakingsdiensten
  • Beveiligingsondernemingen

2.2 ZIJ VOORZIET 12 ‘BEWAKINGSACTIVITEITEN’

  1. Toezicht en/ of bescherming van goederen: dit is de klassieke vorm van bewaking
  2. Bescherming van personen (Body guarding)
  3. Toezicht en bescherming van waardenvervoer
  4. Beheer van alarmcentrales
  5. Toezicht op en controle van personen met het oog op het verzekeren van de veiligheid op al dan niet voor het publiek toegankelijke plaatsen.
  6. Verrichten van bepaalde vaststellingen …. in opdracht van de Bevoegde overheid… (controle van parkeermeters…)
  7. Begeleiding van groepen met het oog op de verkeersveiligheid….

2.3 UITVOERING VAN BEWAKINGSACTIVITEITEN

2.3.1 VEILIGHEIDSONDERNEMINGEN

Art. 4. Wordt als een bewakingsonderneming beschouwd, elke onderneming die bewakingsactiviteiten aanbiedt, of uitoefent of zich als dusdanig bekend maak.

2.3.2 INTERNE BEWAKINGSDIENST

Art. 5. Wordt als een interne bewakingsdienst beschouwd, elke interne dienst die bewakingsactiviteiten uitvoert:

  1. op de plaatsen, beheerd door de natuurlijke of rechtspersoon die de interne bewakingsdienst organiseert;
  2. voor derden die andere handelsactiviteiten verrichten dan het uitoefenen van bewakingsactiviteiten, onder dezelfde handelsbenaming als de natuurlijke of rechtspersoon die de interne bewakingsdienst organiseert;
  3. voor rechtspersonen die behoren tot dezelfde verbonden of geassocieerde vennootschap, in de zin van de artikelen 11 en 12 van het Wetboek van vennootschappen;
  4. voor derden gevestigd op dezelfde site als de natuurlijke of rechtspersoon die de interne bewakingsdienst organiseert voor zover de opdrachten van deze derden verband houden met de opdrachten van de natuurlijke of rechtspersoon die de interne bewakingsdienst organiseert.

2.3.3 OPDRACHTEN

Voor een (externe) bewakingsonderneming geldt het specialiteitsbeginsel: zij mogen enkel bewaken en kunnen ook enkel opdrachten krijgen van de eigen hiërarchie. De klant moet zich dus steeds tot de bewakingsfirma richten om een opdracht te geven en deze te laten uitvoeren.
Voor de interne bewakingsdienst geldt deze beperking niet: zij mogen ook belast worden met andere taken

2.3.4 BEVOEGDHEDEN

2.3.4.1 TOEGANGSCONTROLES
2.3.4.1.1 ALGEMEEN, VAN TOEPASSING OP ALLE PLAATSEN WAAR VOLGENS DE WET PRIVATE BEWAKING MOGELIJK IS:

Art. 102. Bewakingsagenten kunnen bij de uitoefening van de bewakingsactiviteiten aan de toegang van de plaats die ze bewaken, personen controleren
Enige bedoeling:

  • nagaan of deze personen wapens, of gevaarlijke voorwerpen bezitten
  • inhoud van de bagage visueel controleren en
  • controleren of de betrokken persoon dergelijke goederen op zich draagt.

Art. 103. Bewakingsagenten kunnen met dezelfde doelstelling aan de toegang van de niet publiek toegankelijke plaatsen die ze bewaken voertuigen visueel controleren.
Art. 104. Enkel oppervlakkige betasting van de kledij van de betrokkene. Door bewakingsagenten van hetzelfde geslacht als de gecontroleerde persoon; voor zover de betrokken personen zich vrijwillig aan deze controles onderwerpen.
Art. 105. Bewakingsagenten kunnen de toegang ontzeggen aan personen die:

  1. zich niet onderwerpen aan toegangscontrole;
  2. zonder toelating niet publiek toegankelijke plaatsen proberen te betreden;
  3. niet beschikken over het vereiste toegangsdocument;
  4. het goede verloop van het evenement kunnen verstoren;
  5. die de veiligheid van de aanwezigen of een veilige uitbating in het gedrang kunnen brengen.

Indien in het bezit van een wapen, verwittigt de bewakingsagent onmiddellijk de politiediensten.
Indien een persoon aan wie de toegang is ontzegd, toch probeert binnen te geraken, verwittigen de bewakingsagenten er hem van dat hem de toegang zal verhinderd worden.
Indien de betrokken persoon de toegangsweigering blijft negeren, kunnen de bewakingsagenten hem, zonder gebruik te maken van geweld of dwang, de toegang tot de plaats verhinderen.
Bewakingsagenten mogen de toegang tot een plaats niet weigeren of verhinderen op basis van een directe of indirecte discriminatie.
Art. 106. Bewakingsagenten kunnen, uitsluitend op verzoek van de opdrachtgever, personen identiteitsdocumenten laten voorleggen:

  1. bij de toegang tot niet voor publiek toegankelijke plaatsen, gedurende de tijd nodig voor het nagaan van de identiteit; …

Bewakingsagenten kunnen geen identiteitsdocumenten kopiëren, inhouden of bewaren.

2.3.4.1.2 SPECIFIEKE BEVOEGDHEDEN VOOR DE PRIVATE BEWAKING BIJ TOEGANGSCONTROLE IN HET KADER VAN DE TOEPASSING VAN DE ISPS CODE

Art. 137. De bevoegdheden bedoeld in artikelen 140 en142 zijn van toepassing in luchthavens, internationale stations, op nucleaire sites, militaire domeinen, in de door de Koning bepaalde internationale instellingen of ambassades, in ISPS-havenfaciliteiten en in de SEVESO-inrichtingen.
Art. 140. Aanvullend op wat bepaald is in artikel 102, kunnen bewakingsagenten op de plaatsen zoals bedoeld in artikel 137 (incl. ISPS-havenfaciliteiten Art 137) toegangscontrole uitoefenen om te voorkomen dat wapens of andere gevaarlijke voorwerpen op de bewaakte plaats worden binnengebracht door:

  1. het doorzoeken van de bagage die personen bij zich dragen of de controle van personen door de oppervlakkige betasting van de kledij van de betrokken persoon;
  2. door de controle en doorzoeking van de voertuigen, met inbegrip van de bestuurderscabines, van voertuigen die een bewaakte, niet voor het publiek toegankelijke, plaats binnenkomen.

Art. 141. De oppervlakkige betasting bedoeld in artikel 140 kan alleen worden uitgevoerd door bewakingsagenten van hetzelfde geslacht als de gecontroleerde persoon.
………………….
Art. 144. Bewakingsagenten kunnen op nucleaire sites of in ISPS-havenfaciliteiten, bij de uitoefening van de bewakingsactiviteit, bedoeld in artikel 3, 13°, door middel van detectiemiddelen nagaan of onbevoegden, zoals bedoeld in artikel 546/1 en 488quinquies van het Strafwetboek, zich verborgen houden in of aan voertuigen.
De betrokken bewakingsagenten verschaffen zich in geen geval toegang tot de voertuigen zelf. Als ze hebben gedetecteerd dat er zich personen in of aan voertuigen bevinden, verwittigen ze onmiddellijk de politie.

2.4 INZET VAN PRIVATE BEWAKING VOOR ORDERHANDHAVING INZAKE SOCIALE CONFLICTEN IS VERBODEN

Art 50 §1 van de wet:

Het is de bewakingsondernemingen…verboden:
a) Zich in te laten met of tussen te komen in een politiek of een arbeidsconflict.
b) Op te treden tijdens of naar aanleiding van vakbondsactiviteiten of activiteiten met een politieke finaliteit.
c) Het is de ondernemingen… verboden toezicht te houden op politieke, filosofische, godsdienstige of vakbondsovertuigingen of op mutualistisch lidmaatschap en op de uiting van die overtuiging of dat lidmaatschap, alsmede te dien einde gegevensbanken aan te leggen.

2.5 DRAGEN VAN WAPENS (ART 101)

Het dragen van een wapen is slechts mogelijk bij de uitoefening van de bewakingsactiviteiten bedoeld in artikel 3, 1° en 2°, voor zover ze plaatsvinden op plaatsenwaar er geen andere personen geacht worden aanwezig te zijn dan bewakingsagenten, en bij de uitoefening van de activiteiten bedoeld in artikel 3, 3° en 5°.
Bewakingsagenten kunnen slechts wapens dragen voor zover dit noodzakelijk is doordat andere middelen of methodes het bijzondere veiligheidsrisico waaraan de bewakingsagenten zelf of de personen die ze beschermen zijn blootgesteld, op een onvoldoende wijze kunnen voorkomen of verhinderen.
Bewakingsagenten mogen hun wapen enkel gebruiken in geval van wettige verdediging.
De vuurwapens moeten bewaard worden in een wapenkamer onder de verantwoordelijkheid van een daartoe aangesteld personeelslid, het aantal en soort wapens kan beperkt worden, er moet een register van de wapens gehouden worden en de personeelsleden die wapens dragen moeten in een erkende schietstand opleiding en training krijgen.

2.6 DRAGEN VAN EEN UNIFORM (ART 95)

Het dragen van een werkkledij is zowel voor externe als interne bewakingsdiensten toegelaten op voorwaarde dat:

  • deze geen aanleiding kan geven tot verwarring met deze die agenten van de openbare macht dragen
  • het model ervan is goedgekeurd door de Minister van Binnenlandse zaken

2.7 DE VOERTUIGEN

De voertuigen van de beveiligingsdienst mogen geen verwarring scheppen met die van de politie. Zij mogen geen blauw flikkerlicht voeren en zeker geen dubbel geluidssignaal

Jacques LEYSSENS
Lic Crim RUG
Managing Director
LEYSSENS SECURITY gcv